
vrijdag, mei 02, 2003
Bagdad is een hel. Ben net terug uit een gekkenhuis. Mensonterend. Zomaar een beeld. Er zat een vrouw de wc leeg te halen. Ze stopte stront in een zak en even later zag ik haar buiten met die zak stront naast zich broodkorsten eten. Een paar vrijwilligers op 100 gekken. Een stank, verschrikkelijk. De gekken hebben het gekkenhuis overgenomen.
Het is een smerigere oorlog dan het westen te zien krijgt. De Amerikanen en de Britten hebben flink huisgehouden. De steden zijn materieel flink beschadigd en er zijn meer doden en gewonden gevallen dan ik had gedacht. Een paar dagen geleden was ik in een overvol ziekenhuis. Er lag een jochie die zijn benen en een arm had gebroken. Hij gilde als een speenvarken, want er waren geen pijnstillers. Er was sprake van dat zijn voet eraf moest. En dan die wanhopige moeder erbij. Heel zielig. Ik trek me dat aan, hoezeer je ook probeert je verstand op nul te zetten. Ik ben er om het leed vast te leggen en de wereld te informeren hoe erg het hier is.
Wat zie ik? Een overvol ziekenhuis. Mensen die in de hal worden verpleegd. Nou ja, verpleegd. Er is zo'n enorm gebrek aan medicamenten. Ik zag een man sterven, gewoon vanwege het ontbreken van een medicijn. Ik zag een man met brandwonden. Hij gilde verschrikkelijk. Op dat moment had ik geen morfine bij me. Zat in mijn bagage in het hotel. Maar die spullen zijn voor mij of voor mijn collega's naast me. Had ik dan dat jongetje wél moeten helpen en die man met brandwonden niet? Kijk, ik heb ook een hoop dollars op zak, en iedereen heeft honger. Ik kán de nood hier niet lenigen, ik moet de oorlog verslaan. Dat is mijn bijdrage.
Na bijna twee maanden ben ik het zat. Ik ben vooral ziek van die Amerikanen. Engelsen zijn beschaafd, maar die Amerikanen. Dat gesnauw en geschreeuw. Laatst stond er ineens zo'n Amerikaanse marinier voor me met een M16 in de aanslag. Schreeuwend: `What the fuck are you doing?! Who are you?' Ik geef ze een grote muil terug. Wat nou fuck you? Maar je moet oppassen, want ze schieten je zo voor je muil. Ze zijn mij te triggerhappy. Bij het minste wantrouwen is het bam. De bevolking hier heeft het ook niet op ze. Veertig-plussers staan nog wel te juichen voor Mister Bush, maar de meesten, vooral jongeren, willen dat de Amerikanen gauw oprotten.
Jerry Lampen in het Algemeen Dagblad.
Het is een smerigere oorlog dan het westen te zien krijgt. De Amerikanen en de Britten hebben flink huisgehouden. De steden zijn materieel flink beschadigd en er zijn meer doden en gewonden gevallen dan ik had gedacht. Een paar dagen geleden was ik in een overvol ziekenhuis. Er lag een jochie die zijn benen en een arm had gebroken. Hij gilde als een speenvarken, want er waren geen pijnstillers. Er was sprake van dat zijn voet eraf moest. En dan die wanhopige moeder erbij. Heel zielig. Ik trek me dat aan, hoezeer je ook probeert je verstand op nul te zetten. Ik ben er om het leed vast te leggen en de wereld te informeren hoe erg het hier is.
Wat zie ik? Een overvol ziekenhuis. Mensen die in de hal worden verpleegd. Nou ja, verpleegd. Er is zo'n enorm gebrek aan medicamenten. Ik zag een man sterven, gewoon vanwege het ontbreken van een medicijn. Ik zag een man met brandwonden. Hij gilde verschrikkelijk. Op dat moment had ik geen morfine bij me. Zat in mijn bagage in het hotel. Maar die spullen zijn voor mij of voor mijn collega's naast me. Had ik dan dat jongetje wél moeten helpen en die man met brandwonden niet? Kijk, ik heb ook een hoop dollars op zak, en iedereen heeft honger. Ik kán de nood hier niet lenigen, ik moet de oorlog verslaan. Dat is mijn bijdrage.
Na bijna twee maanden ben ik het zat. Ik ben vooral ziek van die Amerikanen. Engelsen zijn beschaafd, maar die Amerikanen. Dat gesnauw en geschreeuw. Laatst stond er ineens zo'n Amerikaanse marinier voor me met een M16 in de aanslag. Schreeuwend: `What the fuck are you doing?! Who are you?' Ik geef ze een grote muil terug. Wat nou fuck you? Maar je moet oppassen, want ze schieten je zo voor je muil. Ze zijn mij te triggerhappy. Bij het minste wantrouwen is het bam. De bevolking hier heeft het ook niet op ze. Veertig-plussers staan nog wel te juichen voor Mister Bush, maar de meesten, vooral jongeren, willen dat de Amerikanen gauw oprotten.
Jerry Lampen in het Algemeen Dagblad.